U bent hier:

Docent van het seizoen: Bob Zietse

05/06/2025

Om docenten meer te belichten en studenten kennis te laten maken met de persoon achter de docent, plaatsen wij elke drie maanden een rubriek: docent van het seizoen. In de rubriek wordt een docent geïnterviewd door de Commissarissen onderwijs. In deze editie spraken we Bob Zietse, nefroloog in het Erasmus MC die binnenkort met pensioen gaat na een mooie carrière als arts, onderzoeker en docent.

“Allereerst, kan je jezelf kort voorstellen?”

"Ik hoop dat ik geen introductie behoef eigenlijk. Maar misschien voor de eerstejaars nu wel – die zitten in het Zietse-loze tijdperk. Ik ben docent in hart en nieren (met de nadruk op nieren). Ik heb ook gehoord dat er ooit een tegeltje is verkocht met het opschrift: ‘wat zou jij doen als je nier was?’ Dat vond ik leuk om te horen."

“Hoe was je studententijd?”

"Ik heb in Leiden gestudeerd en heb een geweldige studententijd gehad, waar de studie zelf niet een hele grote rol in speelde. Mijn voornaamste uitdaging was wakker worden voordat de bakker dicht ging, wat betekende dat colleges niet helemaal pasten in mijn dag-en nachtritme. Gelukkig hadden we vroeger boeken – mijn studie bestond dus uit boeken en examenoefeningen. Verder was ik toen ook al actief fotograaf en sportte ik op de studenten ijshockeyvereniging."

“Wat was het leukste moment uit je studententijd?”

"Wat wel een mooi moment was, is toen ik coschappen deed in het Westeinde Ziekenhuis (in Den Haag). Toen als coassistent gynaecologie mocht je veel bevallingen doen (ik heb wel 45 bevallingen gedaan) en een aantal van die kindjes kon niet meteen mee naar huis. Op de bovenste etage was de babyafdeling en wat heel bijzonder was, was dat ik dan ’s avonds als ik niks te doen had de kindjes de fles geven die ik diezelfde dag ter wereld had gebracht, terwijl er buiten donkere onweerswolken over trokken."

“Waarom dan geen gynaecoloog of kinderarts? Je bent nu nefroloog.”

"Na ieder coschap dacht ik ‘oh, dat is ook wel leuk!’ Interne was in die tijd wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Na mijn coschap mocht ik daar blijven om in opleiding te komen. Tijdens coschap heelkunde wist ik dus al dat ik internist zou worden. Ieder coschap daarna vond ik eigenlijk ook allemaal heel erg interessant."

“Wat denk je dat je zou zijn geworden als je geen internist was geworden?”

"Moeilijke vraag, want ik had eigenlijk niet echt een plan B. Misschien wel chirurg, vond ik ook erg leuk. Ben redelijk handig, zou ik ook heel leuk hebben gevonden."

“Hoe begon je met werken in het Erasmus MC?”

"Uiteindelijk ging de opleiding in Den Haag, waar ik coschappen deed, niet door. Toen werden alle opleidingen academisch. Toen heb ik gesolliciteerd in Rotterdam en ben aangenomen."

“Stop je vrijdag ook?”

"Als je AOW-leeftijd bereikt, stopt je contract bij het Erasmus MC. Ik heb een gastvrijheidsovereenkomst, zodat ik er niet uitgezet wordt als ik er ben. Mijn pasje werkt bijvoorbeeld ook nog, dus ik kom overal nog binnen. Patiëntenzorg doe ik niet meer. Dat was het moeilijkste om afscheid van te nemen, sommige patiënten ken ik al heel lang. Onderwijs doe ik nog een beetje, maar niet in het Erasmus MC. Ik heb ook een bedrijfje opgericht, portretfotografie is mijn ding en ik specialiseer me in analoge portretten. Net als dat de LP weer terug aan het komen is, komt de analoge foto is ook terug."

“Hoe ben je in het onderwijs gerold?”

"In de jaren 90 kreeg ik een mailtje van mijn toenmalige sectorhoofd. Er werd een nieuw curriculum gemaakt, maar dit was Erasmusarts2007. Hij zei: ‘hier, misschien is dit wat voor jou’. Binnen een paar maanden was ik coördinator van thema 1.2 (later thema 1B). Sinds die tijd is onderwijs niet meer weg te denken uit mijn bestaan."

“Ik denk dat we wel kunnen stellen dat je onderwijs geven heel leuk vindt – waarom is dat zo?”

"Ik vind het leuk om mensen te prikkelen, om mensen geïnteresseerd te krijgen ergens over. Een college heeft helemaal niet het doel om kennis over te dragen. Je moet structuur overdragen. Waarom is het vak nou zo leuk? Hoe ga je met patiënten om? Dat zijn dingen die je op een college kunt overdragen. Bij kleinschalig onderwijs vind ik het heel leuk om te zien dat het kwartje valt. En soms zie je dat het kwartje niet valt, maar dat mensen toch zeggen dat ze het snappen. Dat is de reden dat mijn filmpjes ooit gekomen zijn, de drempel om tegen mij te zeggen ‘ik snap het nog steeds niet’ is vrij hoog na vier keer, maar het filmpje kan je oneindig keer kijken tot het kwartje valt. Sommige mensen hoeven het maar één keer te kijken, anderen veel meer."


Prins Bernhard, geportretteerd door Bob

“Je noemt vrijdag al, je afscheidsrede, maar je noemt het anders?”

"Het is een beetje een pathetische naam. Het is geen afscheidsrede, maar mijn laatste openbare les. Dat is vrijdag. Ik vind dat ook meer weergeven wat ik van plan ben om te doen dan een afscheidscollege. Van de onderzoeksgroep ben ik bijvoorbeeld niet van plan om afscheid te nemen. Afscheid nemen bestaat niet, dus het is meer een glijdende schaal, maar ik vind het wel belangrijk om toch zo’n monumentaal punt goed te vieren. Ik zal het in ieder geval hebben over onderzoek, patiëntenzorg en ICT – een vogelvlucht door mijn carrière."

“En hoe kunnen we die bijwonen als student?” 

"Vrijdag bijwonen op de EUR, daarna receptie met gratis bier. Bekijk hier de uitnodiging voor de afscheidsrede op vrijdag 06-06-2025 16 uur in de aula op campus Woudestein! Bijwonen kan zonder inschrijving!"

“Waar ben je het meest trots op?”

"Op mijn kinderen. Mijn zoon is apotheker en doet hier in het gebouw promotieonderzoek bij de apotheek en oncologie. Mijn dochter heeft hier Geneeskunde gestudeerd en is werkzaam in de psychiatrie. Ik ben trots omdat het zulke geweldige mensen zijn."

“Staat er nog wat op je bucketlist?”

"Wat ik leuk zou vinden is een retrospectieve tentoonstelling in het Stedelijk Museum, dus ik leg de lat niet heel laag."

“Heb je nog hobby’s?”

"Ik ben ook contrabassist. Ik speel in twee jazz-ensembles met heel veel plezier. Dat is iets wat nu ook makkelijker gaat. Die kunnen we nu gewoon overdag doen in plaats van ’s avonds. We doen vooral repetities, maar een optreden zouden we niet uit de weg gaan. We gaan vast wel meer doen."

“Als je naar de coassistenten kijkt die je de afgelopen periode hebt begeleidt, wat zegt dat jou?”

"Wat ik iedereen gun is enthousiasme. En om iets te doen waar je helemaal blij van wordt. Als je vraagt ‘hoe houd je het vol?’, ik heb de afgelopen 41 jaar bijna alleen maar leuke dingen gedaan. ‘Leuke dingen met leuke mensen’ is ook de titel van mijn laatste openbare les. Als je het zo kan krijgen dat je je werk niet ervaart als een ‘door anderen opgelegde straf’, maar doet omdat je het écht leuk vindt, dan ben je een bevoorrecht mens. Je hebt zoveel verschillende coassistenten, ze moeten ook vaak door de financiële omstandigheden werken om geld te verdienen voor hun studie – de tijden zijn daarin ook zeker anders – Maar als je met enthousiasme een coschap ingaat, dan is de geneigdheid van mensen om je bij dingen te betrekken en dingen te laten ervaren en leren, zoveel meer aanwezig."

“Hoe kijk je terug op je docentschap?”

"Voor mij is het werken in de academie een combinatie van de drie leukste banen tegelijkertijd: onderzoek, patiëntenzorg en onderwijs. Onderwijs is voor mij altijd heel belangrijk geweest en ik heb daar enorm veel voldoening uitgehaald. Ik had geen van drieën willen missen, maar zeker ook niet het docentschap."


Portretfoto door Bob

Partners