U bent hier:

Studentenstruggles: Janneke

31/05/2023

‘Zou u zich kort willen voorstellen en vertellen hoe uw leven eruit heeft gezien?’

'Mijn naam is Janneke van der Woude, maag-darm-leverarts. Ik werk al 22 jaar in het Erasmus MC. Ik doe veel onderzoek naar patiënten met een chronische darmontsteking, zoals de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. Daarnaast ben ik sinds 1 september opleidingsdirecteur van de opleiding Geneeskunde.
Ik ben opgegroeid in Groningen in een klein dorpje en heb in Groningen één jaar Geneeskunde gestudeerd. Later ben ik overgestapt naar Amsterdam wegens de mogelijkheid om bij een mooie club in Amsterdam, tennis kon komen spelen en deze club zat vlakbij de Vrije Universiteit. Destijds was er geen internet dus ik ben overgestapt door middel van een briefje dat ik had opgeplakt bij de VU. Dat is gelukkig gelukt.
Ik vond de colleges in de ochtend een enorme uitdaging omdat ik om 06:00 ’s ochtends al begon met trainen, dan dacht ik heel vrolijk mijn colleges te kijken vanaf 08:15 in de ochtend. Dat hield ik een uur vol, daarna stortte ik in en ging ik in de koffieruimte zitten. Onze studie was destijds ook niet heel inspirerend. We hadden veel frontaal onderwijs tot een uur of 13:00 en in de middag hadden we practica waar ik heen ging omdat het verplicht was. In de bachelor was geen enkele vorm van patiëntencontact, daar is gelukkig veel in veranderd. Ik vond de studie niet heel interessant op dat moment. Het was meer iets dat je moest halen. Ik had het doel om dokter te worden dus deed ik het maar. Ik kan ook doorzetten als iets niet leuk is.
Dat veranderde toen ik met coschap begon, toen kwam de openbaring dat het toch wel echt leuk was om dokter te worden. Om met mensen bezig te zijn, ze een stukje verder helpen en ook te realiseren dat je ze niet altijd beter kunt maken.'

'Dat veranderde toen ik met coschap begon, toen kwam de openbaring dat het toch wel echt leuk was om dokter te worden.'

‘Hoe heeft u de keuzes gemaakt in uw leven?’

'Puur toeval. Ik heb er nooit te veel over nagedacht en het op me af laten komen. Ik wilde al arts worden toen ik een jaar of zeven was. Ik weet niet waarom, aangezien niemand in mijn familie arts is. Dat heb ik altijd in mijn hoofd gehad en daar heb ik me door laten leiden. Toen ik een jaar of dertien of veertien was, heb ik al vroeg de keuze gemaakt om niet de top van het tennissen na te streven maar de sport voort te zetten in de subtop, mijn gymnasium af te maken en voor het artsenpad te gaan. Er was nog een loting voor de studie Geneeskunde en ondanks mijn matige cijfers ben ik ingeloot. De keus voor MDL was ook puur toeval. Bij mijn keuzecoschap mocht ik een keer een scoop vasthouden en dacht ik: “nou ja, misschien moet ik dit maar gaan doen.” Ik heb nooit een sollicitatiebrief hoeven schrijven voor de opleiding. Ik heb zelf gebeld met een nieuwe opleiding in Groningen en aangeven dat ik zeer geïnteresseerd was en tot mijn verassing kreeg ik een uitnodiging om te komen solliciteren. Ook mijn promotieonderzoek is eigenlijk zo verlopen en deed ik naast mijn opleiding tot MDL-arts.
Ik heb nooit heel hard nagedacht over hoe ik mijn pad wilde lopen. Ik heb de kansen gegrepen die er waren en waar ik mij ook goed bij voelde. Ik probeer dit ook vaak over te brengen aan anderen als de meest belangrijke graadmeter. Op bepaalde periodes na, heb ik mijn overall studietijd dan ook niet heel als heel stressvol ervaren. De mensen waar jij komt solliciteren voelen deze passie. Uiteindelijk komt het wel goed. Wat hierbij helpt is om je te realiseren dat er veel mogelijkheden zijn, en dus meerdere plannen A te hebben.'

‘Hoe was uw studentenleven?’

'Ik heb niet een echt studentenleven gehad omdat ik tenniste op redelijk hoogniveau. Dat betekende dat ik in het voorjaar competitie moest spelen en veel toernooien had. Die keuze voor deze hobby maakte dat ik  niet tot laat kon uitgaan. Natuurlijk heb ik ook wel genoten van het Amsterdamse leven . Ik had een oude auto van mijn opa en daar reed ik mee rond in Amsterdam, ik was dus altijd de BOB. Ik heb een erg leuke tijd gehad met die auto, erg leuke vakanties.'

'Heeft de tennis uw studie in de weg gezeten?'

'Mogelijk wel. Ik heb verschillende hertentamens moeten doen in de zomer, want tijdens de tentamens in het voorjaar was ik druk bezig met de competitie. Voor mijn gevoel heeft het niet heel veel invloed gehad. Terug toen in die tijd was het vooral hard leren voor een tentamen, dus dan ging je er wel gewoon voor zitten.'

'Hoe bent u omgegaan met uw struggles in uw leven?'

'Als het even tegenzit, haal ik adem en ga dan snel weer door. Op deze manier dwong ik altijd een pad voor mijzelf af'

'Mijn mentaliteit is altijd geweest om gewoon door te gaan en door te zetten. Het is niet altijd even makkelijk. Ik probeer ondertussen de kwaliteit van wat ik doe zo hoog mogelijk te houden. Als het even tegenzit, haal ik adem en ga dan snel weer door. Op deze manier dwong ik altijd een pad voor mijzelf af denk ik. Ik denk dat er best heel veel dingen op mijn pad zijn gekomen waar ik echt even overheen moest. Het is daarbij heel erg belangrijk dat je steun ervaart van je familie en vrienden om je heen. Dat kan je namelijk niet alleen.'

'Wat zijn grote verschillen tussen vroeger student zijn en nu?'

'Er is een groot verschil qua inspraak in het onderwijs. Wij wisten helemaal niet dat we inspraak hadden, en die was er ook weinig. Dat je meedacht over een curriculum zoals nu, bijvoorbeeld dat er studenten bij ontwikkelsessies zitten, is wel heel anders vergeleken met vroeger. Er was toen weinig mogelijkheid om bij te dragen aan het onderwijs. Het is veel leuker denk ik nu.
Nog een ander verschil dat mij is opgevallen is dat wij in de jaren ‘80 wel wat meer bereid waren tot actie. En dan niet op een vervelende manier. Wij zetten ons in als er iets gebeurde. Het is een periode een stuk passiever geweest. Mensen waren wat meer met zichzelf bezig. Nu zie je dat steeds weer meer opkrabbelen bijvoorbeeld met het klimaat. Ik heb het gevoel dat mensen meer maatschappelijk geïnteresseerd zijn dan het een tijdje geleden was. Dat vind ik wel goed om te zien omdat dit meehelpt om de voors en tegens van verschillende zaken af te wegen en je ergens voor in te zetten. Je leert om een standpunt in te nemen wat best lastig kan zijn. Het geeft ook het sociale gevoel dat je met zijn allen ergens voor staat en ergens naar toewerkt.'

'Hoe bevalt het om opleidingsdirecteur te zijn?'

'Waar ik heel erg naar toe wil werken is dat we met zijn allen in het Erasmus MC het onderwijs gaan dragen.'

'Het is een rol waar ik aan moet wennen. Waar ik heel erg naar toe wil werken is dat we met zijn allen in het Erasmus MC het onderwijs gaan dragen. Ik wil daar meer aandacht voor en dat probeer ik bij elke gelegenheid aan te geven. Daarnaast vind ik het erg belangrijk dat de studenten zich hier veilig voelen en gehoord voelen.
De grootste uitdaging nu is natuurlijk Erasmusarts 2030. Daarvóór is er nog het programmatisch toetsen in de master waar we 1 september mee starten. Ik viel in op een moment dat er veel werk aan de winkel was. Ik moest daarin vinden wat de meeste prioriteit had om mee te beginnen. Er zijn heel veel zaken die mijn aandacht nodig hebben, maar gelukkig zijn er veel zeer gepassioneerde collega’s hier ook mee bezig. Prioriteit 1 is Erasmusarts 2030, uiteindelijk moet dat curriculum op 1 september 2024 gewoon starten en daar zitten ook weer heel aantal andere aspecten aan vast, zoals bijvoorbeeld de inrichting van de decentrale selectie. Er is veel meer te doen dan alleen het onderwijs uitvoeren. Dat juist vond ik interessant in deze rol als directeur.'

'Wat vindt u het leukste aan uw functie?'

'Wat ik het leukste vind is bepalen waar we heen gaan in de toekomst. Dus de visie en de strategie. Het werken met z’n allen en daarin de verbindende factor zijn.
De visie die we nu volgen staat grotendeels in Erasmusarts 2030. We werken met het nieuwe curriculum toe naar meer maatschappelijk betrokkenheid, meer vernieuwende technologie waarbij nog steeds de  academische vorming belangrijk blijft. Er zal een verandering gaan plaatsvinden waarop we mensen toetsen. We gaan meer vragen van de student op competentieniveau. Dat kan voor sommigen ongemakkelijk gaan voelen, want dat is heel anders dan dat we nu doen. We willen meer aan de student een pakket aanbieden waarmee ze op weg kunnen. Dat kan in de richting van arts zijn maar het kan ook dat ze een andere route kiezen door bijvoorbeeld de onderzoekswereld in te gaan na de bachelor.'

‘Wat wilt u meegeven aan onze studenten?’

'Daarnaast is het belangrijk om in je studie het aspect van mens zijn mee te krijgen en niet te focussen op cijfers.'

'Een belangrijke boodschap is dat je je niet moet laten afleiden door anderen. Ik zie dat de huidige studenten daar last van hebben. Ik denk dat dat ook komt omdat je nu zo LinkedIn kan aanklikken en alle succesverhalen links en rechts om je heen ziet. Het is moeilijk om je op je eigen pad te focussen en te geloven in jezelf. Het lijkt voor sommigen makkelijk te gaan, maar voor iedereen is het hard werken. Het is lastig om je je dat te realiseren in deze tijd. Wij hadden al die geweldige foto's van succesverhalen niet in mijn tijd.
Daarnaast is het belangrijk om in je studie het aspect van mens zijn mee te krijgen en niet te focussen op cijfers. Ik vind het belangrijk dat je focust op persoonlijke groei. Wat ik het liefste wil is dat er ook genoten wordt in de studietijd. Dat je naast je studie je ook sociaal kan ontwikkelen. Dat is richtinggevend voor de rest van je leven en draagt uiteindelijk echt bij aan je toekomstige ik. Zeker als je arts wilt worden en overigens ook voor andere beroepen is het belangrijk dat je weet wie je bent. Natuurlijk is dat uitdagend, want dat weet je nooit helemaal. Het blijft een continu proces, dat is leven lang leren.'

‘Wat is de grootste levensles die u heeft geleerd?’

'Dingen niet voor vanzelfsprekend aannemen. Dat blijft belangrijk. Mensen erkennen en waarderen in wat zij doen.'

Partners