U bent hier:

Studentenstruggles: Joost Jan

01/11/2021

Waar verhalen over extra-curriculaire activiteiten en excellentie trajecten dagelijks door het Onderwijscentrum galmen, heerst er een grote stilte rondom problemen waar studenten dagelijks mee worstelen. Je studie met gemak doorlopen lijkt de standaard en herkansingen of twijfel over je studiekeuze zijn een verboden woord. Dit kan én moet anders en daarom is de rubriek ‘Studentenstruggles’ in het leven geroepen. Hierin doen professionals en ervaringsdeskundigen maandelijks hun verhaal over zaken waar zij veel ervaring mee hebben of zelf mee hebben geworsteld.  Deze maand: Joost Jan Pannebakker, masterstudent Geneeskunde en oud-MFVR-bestuurslid. Hij wil het taboe rondom depressiviteit en paniekstoornissen doorbreken en deelt zijn ervaringen.

‘Ik had een verwachting van mezelf en daar kon ik niet meer aan voldoen.'

‘Wat is jouw verhaal?’
‘Hoewel er op de middelbare school al het een en ander was voorgevallen, begon het voor mij echt toen ik naar de universiteit ging. Ik was altijd een excellente leerling, maar op de universiteit ging het excelleren niet meer. Ik scoorde structureel twee tot drie punten lager dan op de middelbare school. Daar baalde ik heel erg van; ik had een verwachting van mezelf en daar kon ik niet meer aan voldoen. Ik kreeg neerslachtige gevoelens, maar ik ontkende lange tijd mijn depressieve klachten. Daarbij kreeg ik ook last van paniekaanvallen. Hoewel ik me hier bewust van was, weigerde ik hulp. Ik vond namelijk dat ik het zelf moest kunnen oplossen. Op een dag ben ik tijdens mijn paniekaanval op het politiebureau geëindigd. Ik weet hier zelf niet veel meer van, maar voor mij was het wel aanleiding om toch hulp te zoeken. Ik kreeg hulp bij de POH-GGZ en stond op de wachtlijst voor specialistische hulp. De combinatie van depressieve gedachten en paniekaanvallen leidde bij mij uiteindelijk tot sterke gedachtes aan suïcide. Gelukkig is er door mijn goede netwerk aan vrienden nooit sprake geweest van een opname.
In de specialistische GGZ kreeg ik eerst persoonlijke therapie, waar ik niet heel goed op reageerde. Ik erkende de ernst van mijn problematiek niet en voelde me vooral heel onbegrepen en alleen. Eigenlijk weigerde ik het gewoon te geloven. Ik praatte toen met vrijwel niemand over mijn problemen.’

‘Waarom praatte je niet met anderen over je problemen?’
‘Als depressief persoon leef je in je eigen duistere wereld, en daar wilde ik anderen niet mee lastigvallen. Bij mij leefde de gedachte dat ik mezelf al genoeg lastigviel, waarom zou ik dat dan ook op het bordje van de ander gooien? Ik begon anderen heel erg op één te zetten. Dit ontwikkelde zich in een soort minderwaardigheidscomplex, waarbij ik echt leefde voor de ander en niet meer voor mezelf. Ik kon inzien dat ik nog wel van waarde was voor anderen. Dat gaf me nog een doel in het leven. Waarschijnlijk is dat de belangrijkste reden dat ik vandaag de dag nog leef.’

‘Hoe was de behandeling?’
‘De persoonlijke therapie ging eigenlijk heel moeizaam. Op een gegeven moment kreeg ik cognitieve gedragstherapie in groepsverband. Daar ervaarde ik dat praten over waar ik mee zat echt hielp. Na zo’n anderhalf jaar, rond de zomer van 2019, was ik klaar met de behandeling en kon ik op eigen benen verder. Mijn medicatie was inmiddels ook afgebouwd. In de lente van 2020 kreeg ik echter een terugval en kwam ik helaas opnieuw in een depressieve episode terecht.’

‘Ik kon inzien dat ik voor waarde was voor anderen. Dat gaf mij een doel om voor te leven.’

‘Hoe ben je uit deze tweede depressieve tijd gekomen?’
‘Ik werd aangenomen voor MFVR bestuur. De dag dat ik dat hoorde, voelde voor mij alsof ik een nieuwe start kon maken. Een toekomst perspectief heeft mij vooruit geholpen. Je hebt meteen een plan voor het gehele komende jaar. Terugkijkend heeft dit bestuursjaar me alles gebracht wat ik wilde.’

‘Hoe heeft het jouw bestuursjaar getekend?’
‘Een bestuursjaar is ontzettend leuk om te doen, maar kent ook veel pittige momenten. Er zijn momenten geweest dat ik echt niet goed in mijn vel zat. Echter, als bestuurder sta je op de voorgrond. Het wordt van je verwacht dat je altijd vrolijk en vol energie bent. Ik heb moeten accepteren dat ik niet altijd aan die verwachting kon voldoen. Gelukkig hebben mijn medebestuursleden daar ook echt bij geholpen. Ik zal altijd de introverte, bedachtzame persoon zijn en blijven. Door mijn bestuursjaar heb ik nogmaals leren omgaan met de neerslachtige periodes die ik waarschijnlijk altijd wel zal blijven hebben.’

‘Hoe heeft het jouw studie beïnvloedt?’
‘Ik heb de bachelor uiteindelijk met hakken over de sloot gehaald. Bij mij heeft het vooral invloed gehad op mijn verwachtingsmanagement. Ik moet hier geen negen willen halen, ‘gewoon’ een voldoende is helemaal prima. Op sociaal vlak heb ik het laatste jaar veel moeten inhalen. Ik was weinig actief bij de MFVR in mijn eerste jaren. Ik had zeker actiever willen zijn, maar ik kon het toen niet opbrengen. Ik had het druk genoeg met mezelf. Achteraf had ik graag meer commissies willen doen, want het sociale heb ik echt gemist. Mijn bestuursjaar heeft wel erg geholpen om sociale stappen te zetten. Het heeft van ver moeten komen, maar ik ben blij met waar ik nu ben.’

‘Wie heeft je geholpen in de moeilijke periodes?’
‘Inmiddels werkt zij ergens anders, maar mijn studieadviseur (Ilse Lycklama à Nijeholt, red.) was echt top. Zij heeft mijn studietijd echt beter gemaakt. Het was heel fijn om bij haar mijn verhaal kwijt te kunnen. Zij heeft mij geholpen de juiste mensen te vinden om hulp bij te zoeken. Daarnaast ik heb ook veel steun kunnen vinden in mijn eigen omgeving.’

‘Wat wil jij aan de studenten meegeven?’
‘Praat erover. Je maakt het zwaarder voor jezelf als je er niet over praat. Er zijn zoveel mensen die er ook mee zitten en die er niet over praten. Door er zelf over te beginnen hoop ik dat anderen ook erover durven te praten. Er zijn altijd mensen die je willen helpen of je verhaal willen aanhoren. Daarnaast zou ik ook willen meegeven dat je niet je eigen problemen moet bagatelliseren. Ik wil voorkomen dat studenten hun problemen niet willen vertellen omdat zij hun eigen probleem minder erg vinden. Je hoeft je problemen niet te vergelijken. Als jij ergens mee zit, mag je er altijd over praten.’

‘Hoe zie jij de toekomst voor je?’
‘Ik heb ermee leren leven. Ik weet niet of ik mezelf zou kunnen beschouwen als gezond, maar ik heb inmiddels genoeg coping strategieën om verder te kunnen. Verder wil ik me graag inzetten om anderen te helpen. Ik ben de mensen die mij hebben geholpen erg dankbaar. Mijn leven is geslaagd als ik dat kan teruggeven aan anderen. Dat behulpzame heeft altijd in mij gezeten, zoals eerder gezegd leefde ik op een gegeven echt voor een ander. Nu wil ik van mijn behulpzame ik, mijn gezonde werk maken.’

‘Nu wil ik van mijn behulpzame ik, mijn gezonde werk maken.’

Wil jij met ons een verhaal delen voor studentenstruggles of weet jij iemand die we kunnen interviewen? Laat het dan ons weten via abactis@mfvr.nl

Partners