U bent hier:

Studentenstruggles: Thomas

01/07/2021

Studentenstruggles

Waar verhalen over extra-curriculaire activiteiten en excellentie trajecten dagelijks door het Espressobargebied galmen, heerst er een grote stilte rondom problemen waar studenten dagelijks mee worstelen. Je studie met gemak doorlopen lijkt de standaard en herkansingen of twijfel over je studiekeuze zijn een verboden woord. Dit kan én moet anders en daarom is de rubriek ‘Studentenstruggles’ in het leven geroepen. Hierin doen professionals en ervaringsdeskundigen maandelijks hun verhaal over zaken waar zij veel ervaring mee hebben of zelf mee hebben gedeald. Deze maand: Thomas, masterstudent Geneeskunde, over zijn depressieve klachten en hoe hij hier mee is omgegaan tijdens zijn studie.

‘Hoe merkte je zelf dat je depressieve klachten kreeg?’
‘Ik denk dat deze klachten eigenlijk al lang bestaan bij mij. Ik ervaarde dit vroeger als normaal. Het liep allemaal wel; Ik had mijn studie, mijn huisgenoten en een sociaal leven. Echter is het helemaal niet normaal dat je altijd tegen bijvoorbeeld een feestje opkeek. Toen ik met geneeskunde begon groeide ook de druk in mijn hoofd. Tijdens het neurologieblok in de Bachelor ging het bergafwaarts, en kreeg ik ook lichamelijke klachten. Naast mij emotioneel slecht voelen, krijg ik dus ook lichamelijke klachten. Op dit moment trok ik aan de bel. Na twee huisartsbezoeken en twee keer bij de praktijkpsycholoog te zijn geweest, werd ik uiteindelijk doorgestuurd naar een instituut voor de behandeling van een depressieve stoornis.’

‘Vond je het lastig om te erkennen dat er iets aan de hand was?’
‘Ja, omdat het eigenlijk altijd heel normaal voor mij was om me regelmatig slecht te voelen. Er waren te weinig tekenen dat er iets mis was.’

‘Wat zeiden mensen in jouw omgeving?’
'Ik was altijd heel druk bezig met alles aan het inplannen. Dit viel al op voor mijn omgeving, maar men begon pas echt te beseffen dat het niet goed ging toen ik mij slecht ging voelen en niet meer de energie had om leuk en sociaal te doen. Echter heb ik over het algemeen mijn welzijn lang verborgen gehouden en een masker voorgehouden hoe het echt met me ging. Het was voor mij altijd heel normaal om leuk te doen ongeacht hoe ik mij voelde. Dat hoorde er altijd bij. Totdat dit mij niet meer lukte.’

‘Hoe ziet een behandelingstraject eruit?’
‘In het begin verliep alles heel langzaam, omdat er lange wachtrijen zijn. Ik was niet heel goed in zelfreflectie, en kon nog niet goed mijn eigen gedachtes op een rijtje zetten. Na een paar afspraken konden zij signaleren wat er mis kon zijn. Na een tijdje ging ik zelf ook negatieve gedachtepatronen herkennen.’

‘Kon je bij je vrienden en/of omgeving terecht?’
‘Veel mensen hadden in het begin moeite om te begrijpen wat er aan de hand was. Ik moest mijn best doen om dit uit te leggen. Mensen wisten bijvoorbeeld niet wat het verschil was tussen een burnout en een depressie. Toch was ik positief verrast hoeveel begrip mensen konden tonen. Ik had ook onderschat hoe goed mensen je kunnen steunen en er voor je kunnen zijn. Ik ben heel erg perfectionistisch, zo ben ik opgegroeid. Naarmate ik dit proces vorderde merkte ik dat ik hulp om me heen nodig had, en dat mijn omgeving het ook kon bieden. Het is heel vaak fout gegaan, maar mensen zijn zo veerkrachtig dat ze andere manieren vinden om er voor je te zijn en zich ook kunnen aanpassen.’

‘Hoe ging het met je studie?’
‘Ik heb mezelf er eerst heel lang doorheen gepusht. Toen ik aan mijn master begon en twee tentamens had gehaald, merkte ik dat het niet meer ging. Ik kreeg een afkeer voor alles in mijn leven: mijn studie, maar ook mijn sociale leven. Het lukte mij ook steeds minder goed om alles voor elkaar te krijgen. Toen heb ik in overleg met de opleiding besloten om gedeeltelijk te pauzeren. Nu ik hierop terugkijk, had ik eigenlijk direct de studie op pauze moeten zetten.’

‘Was de universiteit ook meegaand en meedenkend?’
‘Ja. Het zijn moeilijke gesprekken, ik was ook erg zenuwachtig. Toch is elk gesprek dat ik heb gehad goed bevallen. Ze zijn zeer behulpzaam en meegaand. Ze gaven aan dat mijn gezondheid voorop staat, en ik denk dat ze dit echt menen. Ze gaven ook aan dat ik meteen weer kon beginnen als dit weer kon.’

‘Hoe is het nu met je?’
‘Helaas gaat het niet zo goed. Iedere patiënt is anders, en bij mij zijn de klachten erger geworden tijdens het behandelingstraject. Ik belandde in een negatieve sfeer doordat ik continu ging nadenken wat er met mij mis was en wat ik moest doen om beter te worden. Ik rond mijn cognitieve gedragstherapie na deze week af, en wordt nu doorverwezen naar de gespecialiseerde GGZ.’

‘Kijk je daar tegenop?’
‘Je hoopt dat een behandelingstraject de oplossing is. In de geneeskunde staat cognitieve gedragstherapie bekend als ‘de heilige graal.’ Nu het blijkt dat dit niet goed genoeg is, is dat heel vervelend. Ik hoop dat we bij de volgende behandeling tot de kern kunnen komen.’

‘Zijn er dingen waar je energie uit haalt?’
‘Elke dag is voor mij overleven. Ik had het niet volgehouden als ik mijn omgeving niet had gehad. Ik heb mensen om mij heen die weten wat er speelt en wat ze wel of niet moeten doen. Heel veel dingen die ik vroeger deed, haal ik nu geen plezier meer uit. Vroeger kookte ik graag en was ik ook graag met vrienden. Nu voelt dit als een agendapunt. Ik heb wel wat tools om de dag door te komen. Mensen komen langs of appen hoe het gaat, en vragen dan om mijn mentale gesteldheidscijfer. Bij een 1 voel ik me op mijn slechts en bij een 10 voel ik me perfect. Ik kan dan met gemak zeggen dat het een 3 is, en dan komt het gesprek wel op gang. Ook helpen mensen om structuur aan mijn dag te geven en samen een planning te maken. Zo laat ik niet teveel ruimte over voor piekeren en negatieve gedachtes. Het liefst lig ik de hele dag in bed, maar door de mensen om mij heen en mijn eigen karakter lukt het wel om uit bed te komen.’

‘Hoe vaak heb je nu therapie?’
‘Ik heb een keer per week therapie. Het zijn specifieke behandeltrajecten die je doorloopt. Zo’n behandelsessie doet mij dan wel goed. Zij weten welke vragen ze moeten stellen om tot iets nuttigs te komen. Op deze manier zijn de gesprekken efficiënt en ervaar ik ze ook als heel fijn. Ik begrijp mijzelf beter en wordt ook begrepen. Ook krijg ik tips hoe ik de dag beter kan doorkomen en hoe ik beter kan slapen. Op deze manier geef ik mezelf een beetje hoop dat het nog beter wordt.’

‘Ken je ook andere mensen die er last van hebben?’
‘Ja, maar ik merk dat veel mensen het lastig vinden om erover te praten. Een jaar geleden had ik hier nooit gezeten om erover te praten. Mensen zeggen wel dat ze niet lekker in hun vel zitten, maar het blijft oppervlakkig. Als je oppervlakkig blijft kunnen mensen wel iets attents doen, maar weten ze nooit wat er precies aan de hand is.’

‘Het is heel knap hoe makkelijk jij hier over kan praten.’
‘Wat iemand kan helpen, is om de omgeving aan te sturen er zelf over te vragen. In het begin vinden mensen het moeilijk om naar mijn gemoedstoestand te vragen, omdat ze bang zijn dat ik mij nog slechter ga voelen. Dit is vrijwel nooit het geval: ik voel me juist beter. Het maakt de problemen niet minder erg, maar het is wel heel fijn om erover te praten. Op lange termijn help je er echt iemand mee.

‘Heb jij nog tips voor mensen die met dezelfde problemen worstelen?’
‘Ik vind het heel cliché om te zeggen, maar praat erover. Heb vertrouwen erin dat mensen je kunnen helpen. Vraag is in je omgeving hoe het echt gaat en waarom iemand zich slecht voelt. Dit kan essentieel zijn omdat het bij iemand van buitenaf kan lijken alsof het goed gaat; Die persoon functioneert nog goed of goed doet alsof. En het is niet erg om een stap terug te nemen van je studie. Je hebt je hele leven nog voor je, en dat ene jaartje studie maak dan echt niet uit. Je komt er namelijk veel sterker uit en de jaren daarna leef je veel beter dan die jaren studie die je er doorheen hebt geduwd. Het is geen hele moeilijke studie, maar wel een veeleisende studie.'

Kan jij je vinden in het verhaal van Thomas? Benader ons dan via abactis@mfvr.nl en wij zullen je in contact brengen met Thomas. Wil jij met ons een verhaal delen voor studentenstruggles of weet jij iemand die we kunnen interviewen? Laat het dan ons ook weten via abactis@mfvr.nl!

Partners