U bent hier:

Kijkje in het specialisme: MKA chirurgie

31/01/2021

Kijkje in het specialisme: MKA chirurgie

Heb jij soms ook het gevoel alsof je door de bomen het bos niet meer ziet? Er zijn heel veel verschillende kanten die je op kan in de geneeskunde, zowel binnen als buiten het ziekenhuis. Elke maand zullen we een specialisme voor je belichten, om zo een kijkje te geven in wat er later allemaal mogelijk is. Deze maand: Dr. Britt Pluijmers over haar vakgebied van MKA chirurgie (mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie).

Waarom heeft u gekozen voor dit vakgebied?
‘Toen ik begon met geneeskunde wilde ik gynaecoloog worden. Dit trok mij minder dan ik had gedacht. In mijn tweede jaar werden mijn verstandskiezen verwijderd. Toen kwam ik er eigenlijk achter dat kaakchirurgie ook heel leuk was. Ik mocht een snuffelstage doen en deed mijn minor in Hoofd Hals. Toen was ik verkocht. MKA chirurgie is een praktisch vak. Soms heb ik een dag dat je 20 patiënten eenmalig ziet, maar patiënten met oncologische en aangeboren aandoeningen worden veel langer vervolgd. De laatste patiënten zie je van geboorte tot volwassenheid. Deze dynamiek sprak mij heel erg aan. Ook is het heel technisch vak. Bij kaakoperaties gaat het vaak om de millimeter. De combinatie van het dynamische en het praktische maakt het vak zo interessant.’

Hoe ziet uw dagelijkse werkdag eruit? Is het te combineren met een familieleven?
‘Halverwege mijn tweede jaar van mijn opleiding tot specialist ben ik moeder geworden. Het is slim om na je eerste jaar van je opleiding te kijken of het te combineren valt met een familie en of je partner ook tijd heeft. Een slimme meid krijgt haar kind immers tijdens opleidingstijd. We willen dat vrouwen kunnen werken en we weten ook dat hoe ouder je wordt, het lastiger kan worden om kinderen te krijgen. En wat planning betreft: een jong gezin is ook schipperen als je net specialist bent. Het komt nooit ‘uit’, dus laat je daardoor niet afschrikken.
Een typische dag als kaakchirurg is verschillend tussen de periferie en het academisch centrum. In de periferie neem ik waar. Mijn poli begint daar om 8.00u en om het kwartier komt er een patiënt langs voor een kleine chirurgische ingreep. Academisch ziet het er iets anders uit. Je begint om 8.00u met een overdracht. Afhankelijk van de dag heb ik daarna een operatieprogramma of poli. Ook heb je ruimte voor onderzoek en het begeleiden van arts-assistenten. In de periferie heb ik zelf geen ruimte voor onderzoek. Dit is wel afhankelijk of je maatschap waarde aan onderzoek hecht of niet.

Hoe was de opleiding tot specialist?
‘Officieel is het geen medisch specialisme maar een tandheelkundig specialisme. Hierdoor moest ik een dubbele vooropleiding doen. Toen ik net klaar was met de middelbare school dacht ik dat geneeskunde heel lang studeren was. Uiteindelijk heb ik ook nog tandheelkunde gestudeerd en een opleiding tot specialist afgerond. Gelukkig heb je vanuit geneeskunde de kans om een gecomprimeerde tandheelkunde studie te doen, waarbij je zes jaar in twee jaar doet. Dit maakt het pittig, maar na zes jaar geneeskunde weet je wel hoe je moet studeren. Het traject is lang, maar als je algemeen chirurg wilt worden ben je ook vaak lang bezig met bijvoorbeeld promotieonderzoek, ANIOS’en en zes jaar opleiding.’

Hoe moeilijk is het om in opleiding te komen?
‘In mijn bachelor ben ik begonnen met onderzoek en tijdens mijn opleiding tot MKA chirurg ben ik gepromoveerd. Als je kijkt naar de ANIOS die nu zijn aangenomen, is eigenlijk niemand gepromoveerd. Iedereen doet wel onderzoek en je moet je zeker laten zien op een afdeling, maar je hoeft niet perse gepromoveerd te zijn om een opleidingsplek te krijgen. Van de huidige artsen in opleiding is de helft bezig met promotieonderzoek en de andere helft niet’.

Wat zijn uw tips voor geneeskundestudenten?
‘Iedereen vindt het leuk als iemand geïnteresseerd is in zijn of haar vakgebied. Loop dus vooral veel mee en kijk wat je interessant vindt. Je kan specialisten grofweg onderverdelen in drie groepen: specialisten die niet direct contact hebben met patiënten, denk aan medisch microbiologen, pathologen. De specialisten die wel direct patiëntencontact hebben kan je weer grofweg onderverdelen tussen beschouwend, zoals internisten en neurologen, en de chirurgische specialisten zoals MKA chirurg, uroloog, orthopeed. Probeer te oriënteren wat bij je past.  Vind je het leuk om met je handen bezig te zijn, of hou je meer van puzzelstukken oplossen? Bekijk ook goed hoe je later je leven voor je ziet. Hoe zie je een werkdag voor je en hoeveel wil je precies werken? Laat je vooral niet afschrikken of verleiden door een opleiding, want het is ook belangrijk om te kijken wat een perifere arts doet binnen dat specialisme. In het Erasmus MC zie je namelijk de aller bijzonderste casussen.’

Partners