U bent hier:

Studentenstruggles

01/12/2020

Lieve allemaal,
Waar verhalen over extra-curriculaire activiteiten en excellentie trajecten dagelijks door het Espressobargebied galmen, heerst er een grote stilte rondom problemen waar studenten dagelijks mee worstelen. Je studie met gemak doorlopen lijkt de standaard en herkansingen of twijfel over je studiekeuze zijn een verboden woord. Dit kan én moet anders en daarom is de rubriek ‘Studentenstruggles’ in het leven geroepen. Hierin doen professionals en ervaringsdeskundigen maandelijks hun verhaal over zaken waar zij veel ervaring mee hebben of zelf mee hebben gedeald. Deze maand: Walter van der Broek, opleidingsdirecteur Geneeskunde over de druk die studenten ervaren tijdens de opleiding.

'Je mag hier heus het extra-curriculaire in opzoeken, maar maak jezelf niet te gek'. 
– Prof. dr. W. van den Broek, psychiater en opleidingsdirecteur geneeskunde, Erasmus MC

Wij merken dat veel studenten last hebben van studiedruk en gevoelens van tekortschieten. Hierbij komen vooral naar voren dat de studie zwaar is, promoveren een must lijkt en je alleen door te excelleren meetelt. Hoe kijkt u hier tegenaan?
‘Het belangrijkste vind ik dat studenten hun talenten ontwikkelen en op basis hiervan keuzes maken voor hun verdere carrière. Veel studenten zijn nog jong en er zijn andere mogelijkheden, maar die zijn vrij beperkt. De opleiding wil stimuleren dat studenten een keuze maken die het beste aansluit op hun talenten. Dit probeert zij te bereiken door middel van coaching en studentontwikkeling in plaats van carrière. Daarnaast is het belangrijk om zicht te krijgen op de mindere aspecten van het leven als arts en ook de minder bekende specialismen en carrièremogelijkheden verder te belichten. Het is dan ook helemaal geen schande om geen arts te worden. Studenten hebben vaak een romantisch idee van het beroep arts, maar dit beeld kan gedurende de studie veranderen. De opleiding wil studenten daarom zo breed mogelijk opleiden zodat zij leren wat ze zelf willen bereiken en wat het beste bij hen past.’

Het stimuleren van extra-curriculaire activiteiten begint eigenlijk al tijdens de selectieprocedure van de studie Geneeskunde. Op open dagen wordt veelvuldig verkondigd dat activiteiten naast je studie extra punten voor je selectie opleveren. Denkt u dat dit ook bijdraagt aan het probleem?
‘Dit stimuleren we omdat we als Erasmus MC graag een diverse studentenpopulatie willen. Rotterdam is een diverse stad met veel inwoners die een migratieachtergrond hebben en we willen graag dat onze studenten een realistische weerspiegeling zijn van de stad Rotterdam. Toen we een aantal jaar geleden het gemiddelde cijfer van het overgangsrapport van 5 naar 6 vwo van een 8 naar een 7,5 verlaagden, merkten we dat dit ten koste ging van de diversiteit van de studentenpopulatie. Door ook goed naar het CV te kijken met extra-curriculaire activiteiten krijgen we een meer diverse studentenpopulatie.’

U heeft zelf ook geneeskunde gestudeerd. In hoeverre ervaarde u een dergelijke druk in uw studententijd?
Ik ben geneeskunde gaan studeren omdat ik wist dat ik psychiater wilde worden. Tijdens mijn coschappen vond ik de interne geneeskunde ook interessant, maar de psychiatrie trok mij toch het meeste aan. Daarom besloot ik om hier te gaan solliciteren. Tijdens mijn studententijd heb ik niet zo’n druk ervaren als die jij nu beschrijft. Toen ik student was, stond vooral de sociale kant van het studentenleven op de voorgrond. Je moest natuurlijk wel je tentamens halen, maar verder was er geen druk aanwezig.’

Is dit gevoel door de jaren heen dan toch veranderd en heeft u enig idee waar dit aan zou kunnen liggen?
‘Ik denk dat dit probleem voorkomt uit de veranderende samenleving. Iedereen moet zoveel mogelijk doen en alles is maakbaar. In het echte leven gaan echter ook dingen mis en het ideaal is niet haalbaar. Het is moeilijk om daaraan te wennen en te accepteren dat het tegen kan zitten en je pech kunt hebben. In mijn tijd waren zulk soort overwegingen veel minder aanwezig. Toen was het moeilijk om in opleiding te komen tot psychiater, nu gaat dat makkelijker. Het was destijds puur besef om door te zetten en hopen dat het een keer lukt om in opleiding te komen. Dit is lastig voor de huidige generatie. Ik heb nog wel een voorbeeld bij deze situatie. Toen ik laatst een AIOS sprak en vroeg naar haar promotietraject, vertelde zij dat ze al vier artikelen had, maar toch nog een aantal extra publicaties wilde behalen. Ik gaf toen aan dat je niet altijd extra en meer dingen hoeft te doen dan nodig. Men moet realiseren dat niet alles kan en dat dat ook goed is.’

Als ik u goed begrijp wil de opleiding deze cultuur dus graag veranderen en ervoor zorgen dat studenten minder stress ervaren. Echter is het vaak nog steeds zo dat docenten hun college vaak starten met een dia waarop al hun onderzoeken en titels prijken en dus een soort samenvatting geven van hun CV. Wat vindt u hiervan?
‘Dat vind ik slecht. Ik ben er daarnaast ook op tegen dat mensen gaan stimuleren om via connecties in opleiding te komen. De opleiding probeert daarom ook zoveel mogelijk deze verwachtingen met betrekking tot promoveren te temperen, want je moet alleen willen promoveren omdat je interesse hebt en niet puur omdat je denkt zo in opleiding te kunnen komen. Echter zijn er zeer veel docenten en als er ook maar één docent roept dat promoveren een must is, wordt deze boodschap van de opleiding al tenietgedaan. Het is een hardnekkig cultuurprobleem en we moeten vanuit verschillende hoeken erop blijven hameren om die cultuur te beïnvloeden.’

Is dit een probleem dat vooral in Rotterdam speelt of kampt elke faculteit hiermee?
‘Ik denk dat het op onze faculteit erger is dan op andere faculteiten. Het kan aan de cultuur in Rotterdam liggen, maar als ik met studenten en opleidingsdirecteuren uit andere steden spreek, krijg ik wel het gevoel dat het hier erger is. Er wordt veel wetenschappelijk geprofileerd in het curriculum en je wordt vaak geconfronteerd met gedreven wetenschappers. Misschien dat dat hier ook aan bijdraagt.’

Wat zou u de studenten van nu nog willen meegeven?  
‘Kijk vooral om je heen en kijk verder dan waar je in eerste instantie naar zou kijken. Ik hoop dat studenten verbredend bezig zijn en niet te veel focussen op wat ze later willen doen. Je moet jezelf ontdekken en uitvinden wat je goed kan. Ik wil vooral stimuleren dat men iets doet wat hen blij maakt. Studenten moeten zich realiseren dat dit een belangrijke periode in hun leven is. Ze moeten niet te snel iets vastleggen en eerst zichzelf ontdekken. Je mag hier heus het extra-curriculaire in opzoeken, maar maak jezelf niet te gek.’

Partners