U bent hier:

Docent van het seizoen: Hannie Aartsen

01/03/2024

Om docenten meer te belichten en studenten kennis te laten maken met de persoon achter de docent, plaatsen wij elke drie maanden een rubriek: docent van het seizoen. In de rubriek wordt een docent geïnterviewd door de Commissarissen onderwijs. In deze editie spraken we Hannie Aartsen, docent en onderwijscoördinator van de afdeling medische ethiek. Zij startte haar studententijd met een studie rechten en is na een heel pad terechtgekomen in het Erasmus MC. Tegenwoordig is Hannie nu niet meer weg te denken bij de opleiding Geneeskunde. Graag vertellen we je wat meer over haar! Veel leesplezier!

"Allereerst, kunt u zichzelf kort voorstellen?"
"Mijn naam is Hannie Aartsen en ik ben 61 jaar, ik vind dat zelf behoorlijk schokkend inmiddels… Ik heb een man en kinderen die inmiddels al volwassen zijn. Ik ben geboren in Rotterdam. Ik werk in het Erasmus MC sinds 2008 en daarvoor heb ik verschillende banen gehad zoals jurist en (kinder)verpleegkundige. Ik werk op de afdeling medische ethiek, besteed al mijn tijd aan onderwijs en moreel beraad; ik heb dit in de afgelopen jaren gecombineerd met verschillende bestuurlijke functies zoals plaatsvervangend coördinator bachelor geneeskunde (enkele maanden), en voorzitter van de Opleidingscommissie geneeskunde (ruim 3 jaar)."

"Hoe was uw studententijd?"
"Ik begon mijn studententijd ongeveer veertig jaar geleden met rechten. Dat was heel anders dan nu. Als ik nu op campus Woudestein kom, weet ik niet wat ik zie. Al die hoge gebouwen en massa’s van mensen… in mijn tijd was dat helemaal niet het geval. Ik zat nog in alle oude gebouwen en wij kregen les in de aula en andere grote collegezalen. Per jaar startten er ongeveer zo’n 500 à 600 studenten. Ik heb ongelooflijk goede herinneringen aan mijn introductietijd. In mijn tijd hadden we geen Eurekaweek, wij gingen in groepjes naar een enorm kamp in Twente, in van die leuke huisjes. Iedereen ging mee! Ik ben de gehele studie vaak met een groepje bijeengekomen om te studeren en leuke dingen te doen. 

Wij deden alles nog op de typmachine en uit de boeken, ik heb zelfs mijn eindscriptie op de elektronische typmachine gemaakt! Ook tijdens de hoorcolleges moesten we snel meeschrijven. Mijn wetboeken moest ik elke maand vullen met nieuwe supplementen; de boeken waren soms zo dik dat ze bijna uit elkaar vielen. Zoiets zou ik me nu helemaal niet meer voor kunnen stellen! Wij leven nu in zo’n andere tijd, op zowel digitaal gebied als op kennisgebied. 

"Mijn wetboeken moest ik elke maand vullen met nieuwe supplementen; de boeken waren soms zo dik dat ze bijna uit elkaar vielen."

Ik heb zeker genoten van mijn studietijd. Ik kon er ook optimaal van genieten, want ik hoefde niet te werken, kreeg een volledige studiebeurs en kon lekker thuis blijven wonen. Op de campus was een groot sportcentrum aanwezig, daar ging ik vaak tennissen. Dit zijn juist ook de dingen die mijn studententijd zo leuk hebben gemaakt. Wat ik wel jammer vind, is dat ik geen lid was bij een studentenvereniging. Ik moest er ook rekening mee houden dat ik mijn punten moest halen, omdat ik een volledige studiebeurs had. Ik houd ook erg van mijn vakanties en vrije tijd, dus ik studeerde hard om mijn tentamens te halen. Mijn vrienden uit mijn studiegroepje noemde me altijd de professor, terwijl ik dit zelf niet zo zag… ik wilde gewoon snel door mijn studie heen!"

"Hoe begon u met werken?"
"Direct na mijn rechtenstudie (die ik afrondde op mijn 22-ste in 1984), heb ik gewerkt bij het ministerie van Volksgezondheid op de afdeling Medische beroepen en opleidingen. Wij hielden ons bezig met de wet BIG (Beroepen in de individuele gezondheidszorg), euthanasiewet, tuchtrecht, abortuswet en IVF. Zelf heb ik de eerste pennenstreken gezet over de eerste wet Orgaandonatie. In die jaren werkte ik op een afdeling die een beetje het begin was van de afdeling medische ethiek. Na een paar jaar ben ik overgestapt naar de Gezondheidsraad. Ik was destijds 25 en ik verving degene die met pensioen ging, dus dat was even wennen voor de collega’s! Ik had werkelijk geen idee wat me te wachten stond, maar het was een mooie en intensieve tijd en heb heel veel geleerd. Het was voor mij heel bijzonder dat ik nauw mocht samenwerken met mevrouw Els Borst die toen vice-voorzitter van de Gezondheidsraad was;  zij is op tragische wijze overleden 10 jaar geleden. Zij was de voorzitter en ik was de secretaris van de Beraadsgroep Gezondheidsrecht en Gezondheidsethiek (deze bestaat nog steeds!)"

"Hoe bent u de medische kant op gegaan?"
"Tijdens mijn studiejaren deed ik vakantiewerk in het oogziekenhuis als keukenzuster. Ik vond dit heel leuk en merkte dat ik de zorg ook interessant vond! Ik ben gestopt bij de Gezondheidsraad toen ik 36 was. Toen mijn jongste kind uiteindelijk naar school ging en kort daarna mijn beide ouders waren overleden, kreeg ik het gevoel dat ik een nieuw pad moest inslaan. Ik kwam in deze tijd ook veel in het ziekenhuis en ik vond wel wat van de kwaliteit van de zorg. Ik kreeg sterk het gevoel dat ik ook de zorg in wilde omdat ik dacht dat ik daar wel wat zou kunnen betekenen, en dat wilde ik door ‘met mijn voeten in de klei te gaan staan’. Ik ben daarom verpleegkunde gaan studeren. Ik wilde graag zo snel mogelijk klaar zijn maar werken naast een fulltime studie is erg lastig. Ik ben toen gestopt met werken en heb mij volledig op verpleegkunde gestort. Uiteindelijk ben ik ook cum laude afgestudeerd. Ik studeerde hier met 20 jaar jongere vrouwen, maar wat was het gezellig!

Ik heb mezelf uiteindelijk gespecialiseerd in kinderverpleegkundige en voelde me erg aangetrokken tot de zorg voor zieke kinderen en hun ouders. Ik merkte vooral hoe belangrijk communicatie is voor patiënten. Artsen, en al het zorgpersoneel, moeten proberen tijd te maken voor hun patiënten. Na een consult zitten zij vaak nog met onbeantwoorde vragen en dit veroorzaakt onnodige stress. Als je even rustig bij de patiënt gaat zitten, en de patiënt laat praten, kan al heel veel helpen!"

"Ik merkte vooral hoe belangrijk communicatie is voor patiënten. Artsen, en al het zorgpersoneel, moeten proberen tijd te maken voor hun patiënten."

"Hoe bent u in het Erasmus MC terechtgekomen?"
"Ik kende prof. Inez de Beaufort (hoogleraar gezondheidsethiek en voormalig afdelingshoofd medische ethiek) al in mijn jaren bij de GR, en ik heb vele jaren daarna contact met haar gehouden. Ons contact werd intensiever toen zij een boek aan het schrijven was over kindergeneeskunde en ethiek in het Erasmus MC. Zij had allerlei casuïstiek uitgedacht. Zij had gevraagd of ik een deel van de eindredactie wilde zijn. Hierdoor moest ik vaak naar het Sophia en ik heb zelf ook casuïstiek uitgewerkt en uitgedacht. Zo rolde ik hier een beetje in. 

Uiteindelijk moest ik keuzes maken. Ik vond het op de ethiekafdeling heel leuk, maar ik kon verpleegkunde moeilijk loslaten. Ik wilde graag werken als flexmedewerker in het ziekenhuis, maar dit betekende wel dat ik avonden en nachten moest gaan draaien. Dit was simpelweg niet te combineren en heb mij daarom helemaal gestort op mijn werkzaamheden in het Erasmus MC! Uiteindelijk heb ik allerlei projecten rondom het ethiekonderwijs opgepakt. Ik heb me bijvoorbeeld ruim tien jaar geleden ook beziggehouden met de organisatie van de eerste ceremonies zoals de Integriteitsceremonie en Witte Jassen Ceremonie"

"Hoe bent u docent geworden?"
"In mijn verpleegkunde tijd heb ik ook een jaar (één dag in de week) opleiding gedaan in het kader van verpleegkundig docent. Hier heb ik veel didactiek opgepikt en daar werd ik enthousiast van! In het Erasmus MC heb ik mijn BKO en BKE gedaan. Ik neem onderwijs zeer serieus en ik heb het geluk dat ik al mijn werktijd mag besteden aan onderwijs. Ik probeer zoveel mogelijk uit studenten te halen! Geneeskunde studenten zijn bijna allemaal intrinsiek gemotiveerd en dit is voor docenten fantastisch. Je kan als docent dan veel kwijt. Ik vind de interactie met de studenten het leukste. Ook vind ik het belangrijk om studenten goede feedback te geven op schriftelijke opdrachten en ik stop hier veel tijd in, en dat verwacht ik ook van mijn collega-docenten. Ik ben blij dat feedback geven  in het nieuwe curriculum Erasmusarts2030 meer aan bod komt, in het kader van programmatisch toetsen!"

"Wat vindt u minder leuk aan docent zijn?"
"Minder leuk is de administratieve last die ook bij onderwijs komt kijken; wij hebben sinds een paar jaar een onderwijsondersteuner op de afdeling en zij neemt mij veel van dit gedoe uit handen. Minder leuk is ook dat de werkbelasting echt toeneemt, zeker de laatste jaren met de combinatie van wennen aan nieuwe onderwijssystemen, ontwikkelen van nieuw onderwijs voor geneeskunde-opleiding, en de wisseling van collega’s bij onderwijsondersteuning en ook bij mijn eigen ethiekafdeling."

"Heeft u nog hobby’s?"
"Jazeker! Ik ben fan van haken. Ik haak poppetjes en ben ooit begonnen met het haken van een complete kerststal met een paar vriendinnen. Ook sport ik. Ik ga met een groepje twee keer per week sporten bij de fysio en ook volg ik eenmaal per week een leuk yogalesje. Verder doe ik graag aan lezen en fietsen. 

Ik heb vroeger veel gezongen en muziek gemaakt. Ik kon vroeger best hoog zingen, maar ik weet niet of mijn stem dit nog kan. Ik heb accordeon en dwarsfluit gespeeld, ik ben hard aan het denken of ik een instrument bespelen weer ga oppakken. Verder vind ik fotografie heel leuk. 

Ik kom ook nog regelmatig in de kerk. Ik ben katholiek en heb allerlei vrijwilligersfuncties vervuld in de kerk. Ik ben nu nog lector."

"Heeft u een verborgen talent?"
"Dat is een lastige! Ik durf wel te zeggen dat ik een talent heb voor ‘iets organiseren’ en bij voorkeur een gelegenheid met een ceremonieel tintje. Ik vind het een uitdaging om sfeer toe te voegen en ik hou ook wel van een beetje gekkigheid! (Zo liet ik de Harry Potter-muziek spelen in de Laurenskerk bij de cortège van de hoogleraren bij de Integriteitsceremonie.)"

"Ik vind het een uitdaging om sfeer toe te voegen en ik hou ook wel van een beetje gekkigheid!"

"Staat er nog wat op uw bucketlist?"
"Ik zou het nog steeds mooi  vinden om iets met zorg en onderwijs bij kinderen te doen, maar dan als vrijwilligerswerk."

"Wat wilt u meegeven aan studenten?"
"Ik zou graag mee willen geven: ga ervoor om goede dokters te worden, en dan bedoel ik op alle fronten. Kennis, houding, sensitief zijn voor de patiënt. Ga voor de patiënt, want die zal je dan heel veel teruggeven en daar krijg je je motivatie van! Patiënten vinden het alleen maar leuk als je een goede en gezellige jonge dokter bent. Maar je bent ook gewoon maar een mens, dus zorg goed voor jezelf. Geef jezelf de tijd om je te ontwikkelen, neem hier de tijd voor en vooral… geniet!"

"Maar je bent ook gewoon maar een mens, dus zorg goed voor jezelf. Geef jezelf de tijd om je te ontwikkelen, neem hier de tijd voor en vooral… geniet!"

Partners